2005
Rusland, het heeft altijd tot de verbeelding gesproken en was lange tijd moeilijk te bereizen maar daar is na de val van de muur verandering in gekomen.
Het blijft toch een avontuur om in dit land, waar het toerisme gelukkig ook nog niet echt op gang is gekomen, op de motor rond te toeren.
|
|
 |
Dobry djeen, hotel Dnister? De man schudt zijn hoofd en gebaart in de richting waar we vandaan komen en Leo maakt het bekende omkeer gebaar. Jeetje moeten we hier draaien? Het valt al niet mee om normaal te rijden, laat staan draaien! We waren van te voren al gewaarschuwd dat de wegen na de Oekrainse grens en zeker in de steden slecht konden zijn maar dit slaat echt alles. Toen we L`viv in reden ging het asfalt over in kinderkopjes die als een plotseling gestolde zee voor ons uit golven. De tramrails steken hier ver (10 tot zeker 15 cm) bovenuit en zijn op sommige plaatsen ook niet te kruisen. Al het verkeer beweegt zich als in een vertraagde film schommelend voort en wij dus ook. Dat beloofd nog wat want L’viv is onze eerste stad in de Oekraine.
Het draaien lukt en we staan voor ons luxe hotel. De motoren staan op een bewaakte parkeerplaats en een bediende brengt onze koffers naar de kamer. Heerlijk deze luxe na een toch wel inspannende dag. We waren om 8 uur uit Krakow vertrokken en via een landschappelijk mooie route door het zuiden van Polen met leuke bochten naar de grens gereden die we na het invullen van wat papieren door mogen. Direct na de grens is alles anders. De tweebaans weg waar we op rijden is het enige wat verhard is. De huisjes liggen aan de weg en de mensen lopen in het zand naast de weg te wandelen. Ook zie ik veel waterputten en hooischelven bij de identieke boerderijtjes staan. Vrouwtjes lopen met een koe aan een touw of zitten in het gras terwijl de koe staat te grazen. Verder is alles land, zover als je kijken kan zie je land. Het lijkt of je vijftig jaar in de tijd bent teruggereisd Volgens mij is stress hier een nog onbekend fenomeen.
 |
|
 |
L’viv is een mooie stad die op de lijst van de Unesco is geplaatst. Het is druk en mensen staan in groepjes vol overgave te zingen. Eindelijk vinden we een meisje dat wat engels spreekt en ons vertelt dat het watermaandag is (waarbij men elkaar nat mag gooien) en ook 2e paasdag.
We strijken neer op een overdekt terras met levende muziek en genieten van de maaltijd en de passanten. (Dit geld vooral de heren want ini-mini is hier de mode!)
De volgende dag staat er een route van zo’n 550 km op het programma naar Kiev. Het eerste deel gaan we nog over de snelweg, maar daarna duiken we het binnenland in. Het is even wennen aan het Russische schrift en vooral bij de pomp is het moeilijk kiezen.
Het is niet druk en buiten de dorpen kan je redelijk doorrijden, maar in de dorpen zijn de wegen slecht. We trekken veel bekijks en er wordt heel wat afgezwaaid. Onderweg is er voldoende gelegenheid om wat te drinken en te eten, alleen zijn de menu’s in het Russisch. Gelukkig hebben we Rob en Dafne
(Ride-on) vandaag bij ons zodat we toch aan brood met kaas en koffie komen.
Zo’n 120 km voor Kiev gaan we de “snelweg”weer op. Er wordt bij een pomp gestopt om te tanken en ineens loopt iedereen met koffie en chocolade. Dat krijgen we aangeboden van een “beetje aangeschoten” Oekrainer die alles van onze reis wil weten. Hij verdwijnt weer naar binnen en komt naar buiten met een schaal vol gebraden kippenpoten. We laten het ons goed smaken maar de wodka die hij hierbij aanbied slaan we toch maar af. Leo maakt nog een foto van ons allen met de man en beloofd de foto op te sturen.
 |
|
 |
Echt geweldig zoals de mensen hier op je reageren! En men had ons verteld dat het een stug volkje is, nou daar hebben we tot nu toe nog niet veel van gemerkt.
De weg wordt nu toch wel druk en zo dicht bij de stad worden het ook meer banen. De boulevard die we over moeten om bij ons hotel te komen is afgesloten. Gelukkig torent het hotel boven alles uit en deze keer is het dus makkelijk te vinden. We gaan de stad in om wat te eten.
Hugo en Dafne bestellen een droge witte wijn en krijgen een zoete rode. Zo zie je maar dat ook al spreek je de taal een beetje of heb je Russisch gestudeerd, het blijft toch steeds weer afwachten wat je krijgt. Het eten gaat gelukkig wel goed.
We blijven nog een dag in Kiev en we staan op tijd op om de dag te benutten want er is veel te zien. Als eerste gaan we naar het Memorial Complex “National Museum of the Great Patriotic War History 1941-1945.
 |
|
 |
Het is een gebouw met daarop het Motherland Statue een beeld van 102 m hoog met een zwaard in de hand van 16 meter lang en een gewicht van 12 ton.
Om daar te komen moeten we door het park. We lopen gezellig te praten wanneer er plotseling een enorme dreun klinkt. Geschrokken kijken we om ons heen. “Was dit een aanslag?” Dan komt er nog zo’n dreun en zien we tussen de bomen door de rook uit de lopen van de kanonnen kringelen.
 |
|
 |
Het leger is aan het oefenen. Waarschijnlijk wordt hier ook binnenkort het einde van de 2e wereldoorlog herdacht. Het zal niet geheel toevallig zijn dat de lopen zijn gericht op het blauwe kamp van de oppositie die daar na de Oranje-revolutie met vele blauwe tentjes kampement hebben gemaakt. Dat komen we te weten als we (nieuwsgierig als we zijn) naar de tenten gaan en informeren wat de mensen daar doen. We krijgen een pamflet waar o.a. de prijzen van diverse artikelen van voor de revolutie en daarna op staan. Wacht maar tot ze straks ook de Euro krijgen….
Eindelijk zijn we dan bij het museum. Het beeld is al van verre te zien, maar ik vind vooral de meer dan levensgrote betonsculpturen waarin de strijd en het lijden worden uitgebeeld indrukwekkend.
Na het museumbezoek gaan we naar de grotkloosters. De met bladgoud bedekte torentjes zie je al van verre glinsteren.
Het is een groot complex en het is ook even zoeken naar de ingang. Het is intussen ook warm geworden. Voor we het klooster ingaan, moeten we ook kaarsen kopen. Eerst bedanken we, maar kopen ze dan toch maar. Dan blijkt dat ze niet voor een heilige zijn bedoeld maar om je weg in de smalle donkere gangetjes te vinden. Er is geen verlichting en alleen bij de kisten met heiligen brand een kaarsje. Het is een heel eind en ik ben blij als we weer in het zonnetje en de frisse lucht buiten staan.
Voor we aan een tafeltje gaan zitten op het grote plein met de mooie fontein voor ons hotel, bekijken we nog even het supermoderne ondergrondse winkelcentrum. Veel zaken met grote merken zitten hier verzameld. Ik kijk mijn ogen uit. Dit hebben ze niet in Rotterdam! Groot is het contrast van het platteland ( waar je terug gaat in de tijd ) met de steden die net zo modern zijn als bij ons.
 |
|
 |
 |
|
 |
Deze avond wordt het eten verzorgd door Rob en Dafne in een traditioneel Oekrains restaurant met traditionele muziek. Twee mannen met een viool en een accordeon en twee dames in klederdracht die Oekrainse liederen ten gehore brengen. Heel leuk om dat eens mee te maken. Dan zit ons verblijf in Kiev er weer op en om 8 uur s’morgens zitten we weer op de motor. Ja, en dan wordt het moeilijk om de route de stad uit te vinden. We dachten dat we hem hadden maar zitten aan de verkeerde kant van de rivier de Dnjepr. Het is hier ook om deze tijd spits en we wringen ons voorzichtig door het verkeer heen. Intussen is het zachtjes gaan regenen en als we eenmaal op de goede weg zitten stoppen we om de regenpakken aan te doen. De temperatuur is ook gedaald, de thermometer geeft niet meer dan 10° c. Er zijn veel mensen langs de weg aan het werk. De paaltjes en vangrails worden geverfd. Als wij passeren blijven de kwasten in de lucht hangen. We zijn op weg naar Dnepropetrovsk (moet je proberen uit te spreken na 3 wijntjes ) zo’n 500 km verder. En intussen zijn we er ook achter dat je hier niet zo snel de afstanden overbrugd. Als we dan ook nog binnendoor gaan rijden en daar in een restaurantje pizza’s bestellen (die om de beurt gebakken worden) is het duidelijk dat dit vandaag een latertje wordt. Uiteindelijk zijn we rond negenen in ons hotel.
Om 6.30 gaat de wekker al weer af en om zeven uur zitten we al aan het ontbijt. Vandaag rijden we lekker samen en stoppen af en toe om een foto te maken. We volgen de route binnendoor die heerlijk rustig is. Ook zijn hier geen politiecontroles al hebben wij er tot nog toe geen last van gehad. Tegen de middag stoppen bij iets wat eruit ziet als een restaurantje.
Er staan 3 verlegen meisjes achter de toonbank die vol staat met schalen met gebraden kippenpoten en vis in een saus. Alles wordt netjes in plastic gepakt en gewogen voor het op een bord gaat. Dan arriveert er een groepje reisgenoten, nou ze kunnen hierna wel sluiten want alles is op en ik denk dat ze een topdag gedraaid hebben.
Vanaf hier is het nog een goeie 100 km naar Mariupol. Het hotel ligt in het havengebied en is redelijk snel gevonden. We zijn de eersten. Eindelijk een keer wat tijd voor jezelf. Dus lekker op het gemakje douchen en daarna naar beneden voor koffie. De prijzen voor het eten zijn ook heel redelijk en we eten gezellig met een groepje in het hotel en gaan daarna op tijd naar bed.
De bedden liggen heerlijk en het is heel stil en ook de wetenschap dat er voor de motoren een bewaker is ingehuurd zorgt voor een goede nachtrust. Die hebben we dan ook wel nodig want morgen gaan we de Russische grens over en hoe lang dat kan duren weet niemand.
Na een ontbijt van gebakken eieren met worst en salade vertrekken we gezamenlijk naar de grens. De Oekrainse grens zijn we snel over en om 9.30 uur staan we aan de Russische grens.
 |
|
 |
 |
|
 |
Het kenteken en het paspoort worden gecontroleerd en dan mogen we door naar de volgende barak. Daar moet een formulier ingevuld worden maar voor we daarmee naar de volgende post kunnen horen we dat Rob en Dafne de Cagiva niet mee mogen nemen omdat hij niet op hun naam staat maar op naam van M.V. Agusta. Toen ze vorig jaar met de Pan van Honda Nederland waren was dat geen enkel probleem maar nu dus wel! Er wordt veel overleg gepleegd en getelefoneerd en inmiddels is het al 12.30 uur geworden en we zijn nog geen streep verder.
Even plotseling als het probleem zich aandiende is het ook ineens weer opgelost want de motor mag nu toch mee. Nu mogen wij om de beurt naar binnen met ons formulier waar alle gegevens op floppy worden gezet, je 120 roebel mag betalen en je vervolgens weer bij een ander loket in de lange rij aan moet sluiten met je floppy om de vrijwaring voor de motor in orde te maken.
 |
|
 |
Om 16.30 uur zijn we dan eindelijk zover dat ook wij de grens mogen passeren. Uiteraard moet daar dan ook nog het paspoort en de vrijwaring getoond worden maar dan rijden we toch eindelijk Rusland binnen!
Bij de eerste politiepost worden we aangehouden en moeten we ons rijbewijs tonen. De politieman wijst naar zichzelf en zegt: “Anadoli” dan wijst hij naar mij en ik zeg braaf “Janet” vervolgens herhalen beide agenten mijn naam nog 2 keer, kijken in mijn rijbewijs en dan mogen we weer door.
De eerste indruk van Rusland is er een van ruimte. De wegen zijn eindeloos en behalve land is er niets.
 |
|
 |
We hebben nog niets gegeten dus stoppen bij de eerste eetgelegenheid. Het menu is in het Russisch maar we zien bij andere mensen soep en brood en salade staan dus dat is makkelijk want dat lusten wij ook. De man die een beetje Duits spreekt helpt ons met bestellen. Na het eten willen de dames nog even met ons op de foto en op de motor zitten en hartelijk nemen we afscheid. Wie zei dat de Russen nog stugger zijn dan de Oekrainers?
Op weg naar Rostov stoppen we bij een enorm monument dat zomaar in “the middle of nowhere” staat maar waar verse boeketten bij liggen.
 |
|
 |
 |
|
 |
In Rusland leggen de bruidjes na de trouwerij hun bruidsboeket bij een monument ter nagedachtenis aan oorlogslachtoffers. Het gevoel van dankbaarheid voor de vrijheid leeft hier heel sterk.
Ons hotel is prachtig! Allemaal messing en marmer en waterpartijen. Je geneert je gewoon om met je vieze koffers naar binnen te gaan. Na het douchen, gaan we het gezellige centrum van Rostov in om wat te eten. Hier valt weer het grote verschil met het platteland op. De mensen zijn modern gekleed en stelletjes lopen lekker te flaneren. Uiteindelijk vinden we een leuk restaurant waar het vlees op een grote gril die midden in het restaurant staat wordt bereid. We eten er een heerlijke schaslik met salade.
Als we de volgende dag samen op pad gaan regent het. De weg is ontzettend smerig en tegenliggers gooien modderfonteinen op die we proberen te ontwijken. We stoppen voor een foto bij een bord met Mokba (Moskou) 1038 km.
 |
|
 |
Tja over afstanden gesproken…
We drinken een kopje koffie in iets wat van buiten op een romneyhut lijkt en waar 2 oudere dames getooid met mooie jurk en mutsje behalve koffie ook nog een soort van kruidenierswinkeltje blijken te hebben.
Op de televisie is een Russische oorlogsfilm te zien. Morgen is het 9 mei en word in heel Rusland het einde van de 2e wereldoorlog gevierd. Er worden al dagen films over de oorlog getoond.
Als we wegrijden staan de dames ons bij de deur enthousiast uit te zwaaien.
Het weer knapt op en na een uurtje rijden stoppen we om wat te eten. Het menu is wederom in het Russisch maar gelukkig is er altijd iemand in de buurt die te hulp schiet. Ditmaal een aardige Rus die het menu voor ons in het engels voorleest. Even later zitten we heerlijk buiten in een prieeltje aan de Borsj (soep) als Rob en Dafne ook stoppen om wat te eten. We rijden gezamenlijk verder en stoppen bij kraampjes met gedroogde vis in alle soorten en maten die langs de weg staan.
 |
|
 |
 |
|
 |
Als Dafne de vrouwen in de kraampjes filmt komen ze niet meer bij van de lach. Het is een vrolijke boel en ook hier worden we uitgezwaaid als we wegrijden. De volgende stop is bij een locomotief die tot monument is verheven omdat hij de laatste was die door de linies naar het front is gekomen.
Er spelen kinderen op en in de trein die naar ons toekomen zodra we de motoren geparkeerd hebben. Ik vind nog een rol drop in mijn tanktas en bied ze een dropje aan. Getuige de half gekauwde zwarte dingetjes die ik later op de grond zie liggen geloof ik niet dat ze het erg lekker vonden.
De weg wordt hier ook weer breder, 4 rijbanen zelfs! Er wordt nog gestopt bij de grote betonnen sokkel waar beide namen “Volgograd” en “Stalingrad” versierd met voorstellingen in metaal aanhangen.
 |
|
 |
Als we onze weg vervolgen komen we een vrouw tegen die op de meest linkse (of in dit geval “linke”?)rijbaan langs de weg wandelt. Even verderop loopt een man met een koe in de middenberm terwijl het verkeer langsraast! Het is wonderlijk, zo rustig als het is op de wegen buiten de steden zo druk wordt het als je een stad nadert. Ze rijden bovendien ook als gekken! Nou niet echt een plek voor een frisse avondwandeling….
In de verte zien we het 72 meter hoge beeld van Mamaev Kurgan (moedertje Rusland) het monument wat op heuvel 102 (de plek van de hevigste gevechten) is gebouwd, al boven alles uit torenen. Echt indrukwekkend! Volgograd is het voormalige Stalingrad waar een van de meest afschuwelijke slagen uit de 2e wereldoorlog (1942-1943) heeft plaatsgevonden. Een gevecht waar in 230 dagen 1,5 miljoen mensen om het leven kwamen, ruim 6.500 per dag, iedere 13 seconden èèn. Een gevecht waar beide partijen een verbod tot overgave hadden gekregen. Te onvoorstelbaar om je er een voorstelling van te maken.
Ons groepje van vier is intussen al uitgegroeid tot een aardige groep en we trekken ook veel bekijks en er wordt enthousiast gezwaaid. We rijden naar het beeld voor een groepsfoto maar het is er zo druk en er is zo veel politie dat Rob besluit om door te rijden. Een stukje verder kunnen we via een opgebroken pad toch nog in de buurt van het beeld komen voor een foto.
 |
|
 |
Dan gaan we naar ons hotel. Hotel Volgograd is nog echt een hotel uit de Sovjet tijd. Groot en statig en met visgraat parket op de vloer. Op elke verdieping zit een dame die de sleutels beheert en de was en zo verzorgt.
De kamers zijn ook heel apart ingericht met grote ouderwetse meubelen. De badkamer heeft geen douche, of eigenlijk toch wel want als je de kraan uit de wasbak haalt heb je toch een handdouche! Dat dan vervolgens het toilet en de vloer nat worden mag de pret niet drukken.
Volgograd is ook een moderne stad.Vlak naast het hotel zijn een Grand Cafe en pizzeria en nog meer eetgelegenheden. Hier komen we de tijd wel door!
De volgende dag (9 mei) is het al vroeg druk in het hotel. Er lopen veel oude mannen (en ook vrouwen!)behangen met vele medailles rond. Het is wel bijzonder want als deze mensen passeren staat iedereen op en applaudisseert. Dat zullen we later buiten op de terrasjes ook nog meemaken. Op het plein voor het hotel worden ook al de voorbereidingen getroffen voor de militaire parade.
 |
|
 |
 |
|
 |
 |
|
 |
 |
|
 |
We zitten hier echt op de eerste rang want vanaf diverse balkons kan het hele schouwspel gevolgd worden. De diverse divisies staan in gelid opgesteld en een hoge militair wordt in een jeep van groep naar groep gereden waar hij een verhaaltje houd en vervolgens iets vraagt waarop de groep als èèn man antwoord: HOERA! HOERA! HOERAAAAA!!! Dat is vanaf dat moment ook onze kreet voor de rest van de reis wanneer er iets bijzonders is.
Hierna exerceren ze op het plein en wordt er nog een demonstratie gegeven door karate-experts. Als het is afgelopen gaat de menigte richting herdenkingsplaats heuvel 102. Het is nog een aardig eindje lopen dus we pakken de metro. Die is gratis vandaag en uitgelaten gaan we de volgepakte metro in en Leo begint: “Als de klok van Arnemuiden”te zingen en wij zingen allen mee. Dan zetten een paar Russische vrouwen een Russisch lied in en al snel zingt heel de metro mee. Dan zijn wij weer aan de buurt en zo gaat het door tot we de halte bereikt hebben. Lachend en zwaaiend verlaten we allen weer de metro. Wat zijn het toch een stugge mensen die Russen! Het is druk op heuvel 102. In colonne gaat alles naar boven naar het beeld.
 |
|
 |
 |
|
 |
 |
|
 |
We lopen eerst nog door een indrukwekkende beeldentuin en langs een aantal reliëfs met voorstellingen van de strijd. In het midden is een waterpartij die bezaaid ligt met bloemen en er klinkt klassieke muziek. Er zijn zoveel mensen en toch is het heel rustig. Ik krijg er kippenvel van en voel een brok in mijn keel. Hier bekruipt je de ellende en wanhoop en vooral het zinloze van de oorlog.
Op weg naar boven worden we regelmatig door mensen aangesproken. Er zijn niet veel toeristen en we vallen op. Men wil vooral weten uit welk land we komen en ze vinden het fijn dat we er zijn om met hun de bevrijding te vieren.
We bezoeken ook het mausoleum in de heuvel. Op de wand bevindt zich een mozaïek, waarin 7200 willekeurige namen van de meer dan 1 miljoen slachtoffers zijn gelegd en uit de vloer steekt een grote hand met daarin een brandende fakkel.
Op het moment dat we het mausoleum verlaten is net de wacht gewisseld en we worden vriendelijk doch dringend verzocht om ruimte te maken voor de militairen die met hoog opgeheven benen en zwaaiende armen aan komen marcheren.
 |
|
 |
 |
|
 |
De gezichten van de wachten zijn geconcentreerd en zonder uitdrukking. Alsof ze zo door je heen lopen als je geen ruimte zou maken! Met de metro gaan we weer terug naar het centrum en proberen nog in de Rinok (centrale markt) te komen maar die is eigenlijk al aan het sluiten. We horen dat er s’avonds vuurwerk is langs de Wolga en ook een popconcert. We eten gezellig wat in het Grand Café en als het donker gaat worden gaan we naar de oever van de Wolga. Het is druk en ook het popconcert is nog in volle gang. Gezellig kletsend met Rob en Dafne doden we de tijd. Opeens begint het vuurwerk, met grote dreunen worden de patronen afgeschoten en even plotseling als het begon is het ook weer afgelopen en het plein aan de oever stroomt langzaam leeg. We gaan nog even een gezellig tentje in voor een biertje wat nog net kan want om 24.00 uur gaat alles dicht.
Als we de volgende dag lopend naar het panorama museum gaan is er niets meer te zien van de grote drukte. De straten zijn schoon, alles is in de vroege morgen opgeruimd.
Het panorama museum is gelegen naast de graanmaalderij, het enige gebouw dat in de slag om Stalingrad overeind is gebleven.
 |
|
 |
Het museum bevat een panorama wat het beslissende moment in de slag uitbeeldt. De voorgrond bestaat uit echte materialen als klei en stenen die in het schilderij overgaan. We hebben een Engels sprekende gids die verteld welk deel van de strijd op de verschillende panelen wordt uitgebeeld en weer wordt duidelijk wat een afschuwelijke slag hier is geleverd.
Na het museum gaan we samen terug naar het centrum waar we souvenirs kopen (ja, je kan Rusland toch niet verlaten zonder matroesjkas!) en een internet café bezoeken. We lopen ook nog even een cd shop binnen (waar Leo zich voelt als Sjakie in de chocoladefabriek!) en kopen daar een stapel Russische rock. ( 3 € stuk!)
S’Avonds eten we met z’n vijven in een Kazachstaans restaurant waar de maaltijd opgeluisterd wordt door volslanke buikdanseressen. Toch wel makkelijk dat je ook wat hebt om te laten bibberen en slingeren. Een beetje ongemakkelijk voel ik me wel wanneer de danseres al haar rolletjes laat bibberen mij daarbij diep van vrouw tot vrouw in de ogen kijkend….
Het mooiste souvenir hebben we trouwens uit dit restaurant mee gekregen; een poster over de viering van de bevrijding van Volgograd. Dat is een eenmalig souvenir wat nergens te koop is. (Hangt nu ingelijst in de kamer)En zo wordt Stalingrad wat eens een keerpunt was in de 2e wereldoorlog ook ons keerpunt. De volgende dag rijden we samen terug naar Rostov. De alternatieve route die meest over binnenwegen voert vinden we niet.
 |
|
 |
Vandaag zijn er veel controleposten van de politie. Snelheid eruit, langzaam op het stopbord aanrijden, voet aan de grond en tot drie tellen. Ben je dan nog niet aangehouden dan doorrijden en niet meer opzij kijken!
Dan worden we aangehouden op een weg waar we ons keurig aan de snelheid hielden. De agent wijst met zijn zwart/witte stok naar ons en we worden aan de kant gezet. Leo probeert het met een praatje maar de agent wil zijn papieren zien en laat ook zijn lasergun aan Leo zien. We hebben wel 4 kilometer te hard gereden! Leo moet mee naar de politie lada waar een meerdere met grote pet in zit. Die schrijft op een briefje dat deze overtreding € 100,00 kost. Leo weet het af te dingen tot € 50 en maakt vervolgens duidelijk dat niet hij de portemonnee heeft maar ik. De meerdere stopt de papieren van Leo in zijn bovenzak en maakt een gebaar van “wegwezen”. Dan moet ik bij hem in de auto gaan zitten en het verhaal met de € 100 begint weer. Ik pak mijn portemonnee en laat 5 briefjes van € 5 zien. ‘Dit is alles wat ik heb agent’ en ik maak duidelijk dat we de rest pinnen met de creditcard. (Het gaat hem toch niet om de roebels)Uiteindelijk graait hij duidelijk teleurgesteld de briefjes uit mijn hand en Leo krijgt zijn papieren terug. We maken snel dat we wegkomen want de andere agenten hebben de GPS ontdekt en die mag je helemaal niet hebben in Rusland! Voor ze echt doorhebben wat het is rijden wij al weg.
Meerdere leden van de groep hebben al met corrupte politie te maken gehad en ach ja, deze ervaring zijn wij nu ook rijker. Zorg ervoor dat je nooit teveel westerse valuta in je portemonnee hebt want wat ze zien willen ze ook hebben.
 |
|
 |
Meerdere leden van de groep hebben al met corrupte politie te maken gehad en ach ja, deze ervaring zijn wij nu ook rijker. Zorg ervoor dat je nooit teveel westerse valuta in je portemonnee hebt want wat ze zien willen ze ook hebben.
In Rostov eten we weer in hetzelfde leuke restaurantje samen met Rob en Dafne. Als we naar ons hotel teruglopen zijn Rob en Leo ineens verdwenen. We vinden ze terug in de 3 verdiepingen tellende cd shop waar beiden weer een tiental cd’s koopt en ieder er ook nog een gratis weet te krijgen. Wat een enorme sortering, werkelijk alles is hier te vinden!
De volgende dag staan we om 05.00 uur op.( Ja,ja, het is nog steeds vakantie…) We moeten vandaag twee grenzen over (Rusland uit en Oekraine in) en hebben dan nog een rit van zo’n 700 km voor de boeg naar Jalta. Rob en Dafne hebben een ontbijt geregeld in de bar van het hotel dus we gaan met volle magen op weg. De grenzen geven ditmaal geen problemen alleen willen ze € 10 p.p. berekenen voor het invullen van een formulier wat we zelf in kunnen vullen. Dat weigeren we en de grens gaat dicht. Wanneer we laten blijken hier helemaal niet van onder de indruk te zijn en zelfs koffie gaan zetten mogen we dan toch door. In een stevig tempo rijden we naar Jalta. Onderweg is het niet altijd mogelijk om 95 te tanken. Waarschijnlijk licht er een raffinaderij stil of zo want bij diverse pompen krijgen we “njet”te horen. Russen kunnen wel tanken dus ze bewaren de 95 die ze hebben voor de vaste klanten. Dan tanken we 92 en dat gaat ook, zeker voor mijn 1200GS is dat geen probleem!
Jalta ligt aan de Zwarte Zee en het is ook een heel ander Oekraine dan we hiervoor hebben gezien.
 |
|
 |
Het heeft een mediterraan tintje met de wuivende palmbomen, en door de vele hotels waan je je in Benidorm. We rijden via een omweg door het heuvelige Jalta naar ons hotel. We
zijn intussen alweer aangegroeid tot een flinke groep met Rob en Dafne voorop want die weten de weg. Vlak bij het hotel worden ze gesneden door een Lada die vanaf een stijl weggetje naar boven -misschien vanwege een slechte handrem?- voorrang neemt terwijl hij hun daarbij bijna van de weg veegt. Ze gaan hem voorbij en dwingen hem tot stoppen en voor ik weet wat er gebeurt, probeert Dafne de man aan zijn T-shirt door het raam van de Lada heen te trekken (daarbij ongetwijfeld een paar borstharen meenemende ).Zijn maat springt uit de Lada maar is net zo snel weer naar binnen verdwenen als hij de club motoren ziet staan. Met gierende banden(toch wel knap met een Lada!) gaan ze ervandoor. “Goh” zegt Dafne later in het hotel “eigenlijk wilde ik hem alleen maar vragen waarom hij ons sneed!” Ons “Intourist” hotel is indrukwekkend van afmeting, 500 meter lang en 13 verdiepingen hoog! Wij zitten op de 9e en hebben prachtig uitzicht op Jalta.
 |
|
 |
De volgende dag gaan we met gids Nadja in een huurbusje naar het Livadia paleis wat vroeger het zomerverblijf van de Romanovs (de laatste tsaar) was en waar in 1945 door Churchil, Roosefeld en Stalin het verdrag van Jalta is ondertekend. De vertrekken met de vergadertafels staan er nog net zo bij als toen in 1945 en er hangen foto’s van deze gedenkwaardige gebeurtenis.
De rest van de dag brengen we slenterend in Jalta en op terrasjes door en s’avonds eten we gezellig met een clubje (waaronder onze Engelse reisgenoten Mike en John ) onder het genot van een flesje wijn (De Krim heeft veel wijnbouw)op het terras van een restaurantje.
Via de mooie kust rijden we de volgende dag richting Sevastopol. In plaats van de grote weg naar Sinferopol nemen we een binnendoorweggetje. Het is hier gelijk anders. We rijden door de velden met wijnranken en de kleine dorpjes waar de tijd ook hier 50 jaar geleden stil is
blijven staan.
 |
|
 |
 |
|
 |
Het is heerlijk rustig rijden over een redelijke weg, waar zelfs een paar bochten in zitten! Het is wel oppassen geblazen want de gaten in de weg zijn ‘gerepareerd” met een dikke soort olie. Waarschijnlijk in de hoop dat het ooit eens zal stollen maar voorlopig zorgt het voor een spekgladde weg! Tot de middag zien we ook geen andere reisgenoten omdat we de route niet volgen. Pas op de route komen we met een tankstop Rob en Dafne, Gerjan en Mike en John tegen. Er is weer geen 95 te krijgen. We proberen nog 2 andere pompen en nemen dan toch maar weer 92. We gaan weer samen verder want het is al niet vroeg meer en met Mike en John erbij schiet het niet op. Odessa is een grote stad en we hebben geen waypoint van het hotel. Na een eind door de stad gereden te hebben vraagt Leo aan een politieagent waar we zitten, en dat blijkt niet eens zo slecht te zijn, dus gaan we weer verder in het krankzinnige stadsverkeer. Als Leo nog een keer de weg vraagt stopt er een auto achter mij en er springt een man uit die vraagt “what the problem is”.Ik vertel dat we ons hotel proberen te vinden.“Follow me “zegt hij en na een wilde rit (pfffffff) hebben we het hotel zo gevonden.Een dagje Odessa.
 |
|
 |
We gaan eerst naar de haven via de “Potemkim”trap en maken met een boot een rondvaart door de haven. Odessa heeft door de platanen in de straten en de balkonnetjes aan de gevels wel wat weg van een willekeurige stad in Frankrijk. We bezoeken ook nog een marktje waar ik toch nog maar een paar kleine matroesjkas koop. Er lopen ook zakkenrollertjes rond die we vanaf een terrasje in de gaten houden. Heel brutaal lopen ze tussen de mensen rond en zijn supersnel. S’avonds zitten alle eettentjes vol zodat we op het terras moeten zitten, maar er staan kachels en er worden ook dekens uitgedeeld aan de echte koukleumen.
 |
|
 |
Vandaag gaan we via de grens van Oekraine naar Moldavie en dan naar Iasi in Roemenie. Toch nog zo’n 400 km over behoorlijk slechte wegen en twee grensovergangen.
De Oekrainse grens geeft problemen want terwijl we het land verlaten moeten we nog een verzekering voor de motor afsluiten en een ziektekostenverzekering! Het blijkt dat andere leden van onze groep die al eerder bij de grens waren gewoon hebben betaald, maar dit is tegen onze principes, betalen voor iets waar je helemaal niets aan hebt! Dafne probeert ze aan het verstand te peuteren dat we voor de motoren verzekerd zijn middels de groene kaart en ook voor de ziektekosten een verzekering hebben met werelddekking. Dat van de groene kaart wordt uiteindelijk geaccepteerd maar de verzekeringspapieren van de ziektekosten niet want er staat geen stempel op! Dat er een handtekening op staat zegt de beambte in een land waar alles met veel stempels wordt geregeld niets…..Dafne heeft inmiddels hun agent in Odessa gebeld zodat die het aan de douane uit kan leggen. Uiteindelijk krijgen we de benodigde stempels in ons paspoort en mogen we door zonder te betalen. We zijn dan wel 11/2 uur verder. Maar ja eigenlijk wilden we geen van allen aan dit corrupte systeem meewerken.
Moldavië zijn we redelijk snel (zonder te betalen) in en dan kunnen we eindelijk op pad.
De wegen zijn heel slecht met vele gaten. Ik mis er een en vlieg er vol in. Later blijk ik een deuk in mijn velg te hebben. We stoppen regelmatig om een foto te maken want het is hier prachtig! Hier is de klok 100 jaar geleden stil blijven staan.
 |
|
 |
We volgen de route uit het roadboek waar Dafne dit jaar een nieuwe route door Moldavië heeft. Op een gegeven moment wordt de weg slechter en slechter om vervolgens helemaal te verdwijnen.
 |
|
 |
We ploeteren nog een eind door en vragen ons af of dit zo blijft als we in de verte een stofwolk zien naderen. Dit blijkt een vrachtwagen die we aanhouden en Leo vraagt met behulp van handen en voeten of dit zo blijft. We halen de kaart erbij die de man met de leesbril van Leo op bestudeert. De man wijst aan waar volgens hem de weg weer begint; dat is dus meer dan 100 km verder! Dat wordt teveel met de vertraging die we al op hebben gelopen dus we besluiten om te keren en zelf een alternatief te kiezen. De rest van de groep heeft dit punt inmiddels ook bereikt en als ze van de afstand horen besluiten ook zij om te keren. We rijden met een groep terug naar de weg. Wij rijden verder met Robert en Hugo maar in Chisinau waar we in de spits aankomen raken we hun kwijt en gaan gezamenlijk verder. Eindelijk zijn we de stad uit en zetten de sokken erin. Als we in een file terechtkomen, gaan we de doorgetrokken streep over om in te halen en worden vervolgens direct door de politie die daar staat (ai die hadden we niet gezien!) met het inmiddels bekende zwart/witte stokje naar de kant verwezen. Leo moet weer bij de agent in de auto gaan zitten en ik kniel ernaast.
Hij tekent op een schrijfblok de situatie en maakt ons duidelijk dat we wel heel erg fout zijn! Dan begrijpen we dat hij vraagt welke boete in Nederland voor dit vergrijp staat. Ik kijk vermanend en schud met mijn vinger en maak daarna het gebaar van; “En nu wegwezen!” Daar trapt hij dus niet in en hij gaat in zijn boekje op zoek naar deze overtreding. Dan schrijft hij in zijn blok 360 MDL met een dubbele streep eronder( € 22,00) .Ik heb nog 200 MDL en hij zegt dat we dan terug moeten naar Chisinau om geld te pinnen. Daar hebben we helemaal geen zin in en gelukkig vind ik nog een briefje van 5 $ wat ook wordt geaccepteerd. Snel gaan we weer verder want we moeten tanken en ook eerst zien te pinnen. Een pinautomaat is snel gevonden en naar een tankstation worden we gebracht door een vriendelijke automobilist.
 |
|
 |
Dan gaan we op weg naar de grens die gesloten is wegens wisseling van de wacht. Eindelijk om 19.30 uur gaat de boom open. Het paspoort en de papieren van de motor worden gecontroleerd en dan moeten we naar binnen naar de bank. Daar moeten we 45 MDL pp betalen en wanneer ik 100 MDL geef streept hij de 45 door en maakt er 100 van. Ik reageer
verontwaardigd; “Ja kom nu ik ga niet nog eens 100 betalen!” De beambte doet het kasboek dicht en stuurt ons weg. Nou het zal wel goed zijn….We gaan weer naar buiten en moeten doorrijden naar de volgende post. Daar worden we weer naar de bank gestuurd en hoe we ook ons best doen om uit te leggen dat we al hebben betaald, we moeten toch naar binnen. Daar wordt op de computer gecheckt of we al betaald hebben en dat blijkt dus ook. Opgelucht gaan we naar buiten en krijgen ook onze papieren terug. Ik begrijp nu ook dat de beambte niet terug had van 100 MDL en er daarom ook 100 van maakte. Ja, het valt niet altijd mee als je de taal niet spreekt. De Roemeense grens zijn we zo door en het blijkt dat we vlak bij Iasi zitten. Gelukkig want het is inmiddels al donker geworden. Over een prachtige weg(!) rijden we naar Iasi waar een stelletje in een auto ons naar het hotel brengt. Ze willen eigenlijk de avond verder met ons doorbrengen (het zijn ook motorrijders) maar als we zeggen dat onze vrienden op ons wachten nemen ze afscheid en gaan. We zijn zo laat dat we in motorkleding aan tafel gaan.
De volgende dag verschijnen we een uur te laat aan het ontbijt omdat we dachten dat er hier al Europese tijd zou zijn. Dat is dus niet zo. Rob en Dafne hebben problemen met de rekening omdat het hotel de aanbetaling niet kan vinden. Wij besluiten alvast maar te gaan rijden en Robert gaat met ons mee. De wegen zijn ontzettend slecht met heel veel potholes en hele stukken worden stapvoets afgelegd. Het overige verkeer bestaat voor een groot gedeelte uit paardekarren waar de veulentjes naast hun moeder mee draven (jong geleerd is…) en ook snelle auto’s en vrachtverkeer.
 |
|
 |
Iedereen probeert de gaten te ontwijken en slingert dus onverwacht naar de andere kant van Aan het einde van de dag begint het te regenen en in de regen komen we in Sighet aan. Nu moet je nog meer oppassen omdat de gaten vol staan met water en dus niet meer opvallen.
Het is even zoeken naar ons hotel Bati. Het is een echt Roemeens hotel en dat is de maaltijd die we krijgen ook! Voor de polenta (ons voorgerecht) hoef je niemand s’nachts wakker te maken….
de weg, dus oppassen geblazen! We rijden hele gedeelten over de linkerrijstrook omdat die beter is. Kan je nagaan hoe druk het is! Langs de weg is van alles te zien (spinnende omaatjes) en er wordt enthousiast gezwaaid en getoeterd. Het is even zoeken naar ons hotel Bati. Het is een echt Roemeens hotel en dat is de maaltijd die we krijgen ook! Voor de polenta (ons voorgerecht) hoef je niemand s’nachts wakker te maken….
 |
|
 |
Rob en Dafne weten onderweg nog een kerkhof wat bekend staat als het vrolijke kerkhof. Op de houten zerken staat het beroep van de overledene en de wijze waarop men om het leven is gekomen.
 |
|
 |
Makkelijk halen we de dronkaards eruit en ook iemand die is vermoord. Als we bij de ingang staan voel ik ineens twee zachte handen die mijn gezicht pakken en voor ik het besef krijg ik een zoen op beide wangen, de derde op mijn mond kan ik nog net ontwijken. Voor me staat een oud omaatje die me vriendelijk aankijkt. Het is me niet duidelijk waarom ik wordt gezoend en Dafne die naast me staat niet.
Het is een hele leuke rit door een prachtig Roemenie (ook hier komen we zeker terug!) en de grensovergangen gaan vlot. Alleen paspoort en groene kaart laten zien.
Het is gaan regenen en als we in Slowakije door de hoge Tatra rijden bevinden we ons vaak in de wolken en het zicht is slecht. Uiteindelijk komen we in Tatranska Lomnica waar we ons volgens de GPS vlak bij het hotel moeten bevinden. Maar waar is het dan? We draaien diverse malen en eindelijk vinden we de juiste route. We moeten nog een weg door een bos afleggen waar ze bezig zijn met bomen rooien. De volgende morgen komt er geen water uit de kraan. Het hele hotel blijkt zonder water te zitten en er worden flessen mineraalwater uitgedeeld om ons te wassen. Gelukkig is er wel water voor de koffie……
Alles ligt nog steeds in de wolken en als de bewolking een gaatje laat vallen kunnen we de besneeuwde bergen zien. Nu wordt ook duidelijk waarom hier zoveel gekapt wordt. Het moet hier noodweer zijn geweest, je kunt zien dat heel veel bomen zijn geknapt en ontworteld. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat er geen water in het hotel was. Het is wel heel mooi rijden met heerlijke bochten. Dat is na die lange rechte wegen zonder bochten die achter ons liggen in Rusland en Oekraine wel even anders. We passeren de grens met Tsechie zonder enig oponthoud! Het rijden door Tsechie is een feest. Heerlijke wegen met prachtige bochten, echt gemaakt voor de motorrijder. We passeren kleine dorpjes waar het heerlijk rustig is en we overnachten in een hele grote boerderij in Vbrno pod Pradedem.
Dan volgt de laatste tocht door het prachtige Tsjechie die we samen rijden met Rob en Dafne die tevens een nieuwe route uitproberen. Uiteindelijk arriveren we dan in Frauenstein. Hier is vanavond ons afscheidsdiner. Vooraf hebben Rob en Dafne voor toast met kaviaar en wodka gezorgd.
 |
|
 |
Het wordt een gezellige avond en we gaan laat naar bed. Morgen nog een laatste zware etappe over de autobahn naar huis. Het zit erop; negen landen en 9000 km in drie weken. Een besef van tijd had je niet. Er moesten zoveel indrukken en belevenissen verwerkt worden. Het is een gedenkwaardige reis geworden die we iedereen die eens wat anders wil aan kunnen raden!
Einde!